Begon als tiener in 1945 in de ring. Hij was maar 1,55 meter hoog. Hij blonk uit in de twee stijlen, maar gaf de voorkeur aan de Grieks-Romeinse stijl, wat verrassend is omdat in België de vrije stijl polpulair was in zijn tijd . Hij begon altijd vlieggewicht (52 kg lichaamsgewicht). Zijn broer Joseph Mewis, die anderhalf jaar jonger was dan hij, was ook een uitstekende worstelaar in freestyle vedergewicht.

Maurice start in een internationaal kampioenschap in de World Cup 1950 te Stockholm met de Grieks-Romeinse stijl. Met een overwinning op de sterke Italiaanse Giovanni Cocco nam hij een goede 6e plaats. Nog meer succesvol was hij toen op het WK 1951 in Helsinki, in de vrije stijl. Hij maakte er in zijn eerste gevecht een sensatie van toen hij de grote favoriet en Olympisch kampioen van 1948 Lennart Viitala voor het Finse publiek versloeg. In het volgende gevecht verloor hij inderdaad tegen Mahmoud Mollaghassemi uit Iran en tegen Ali Yücel uit Turkije, maar nam een ​​uitstekende 4e plaats.

Op de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki begon Maurice weer in de Grieks-Romeinse stijl. Na overwinningen op Josef Zeman uit Tsjecho-Slowakije en Dumitru Pârvulescu uit Roemenie werd hij verslagen door de Sovjet-kampioen Boris Gurevich en de regerend kampioenen Bengt Johansson uit Zweden. Hij eindigde op de 7de plaats.

Het grootste succes van zijn carrière heeft Maurice gevierd op het WK 1953 in Napels. Door een gunstige constellatie overwon jij Josef Zeman en Karl-Erik Andersson uit Zweden in Grieks-Romeinse stijl. Minder succesvol was hij op het WK 1955 in Karlsruhe. Daar werd hij verslagen in de Grieks-Romeins worstelen tegen Henry Weber, Duitsland en Karl-Erik Andersson en belandde op de 15e plaats.

Grieks Romeins Worstelen Lichtgewichten: M. Hakansson (Australië) tegen Maurice  Mewis (België), Melbourne 1956

Foto State of Victoria

Op de Olympische Spelen van 1956 in Melbourne bereikte hij zoals in Helsinki de 7e plaats met een overwinning op Malte Hakansson uit Australië en een verlies tegen Borivoje Vukov, Joegoslavië en Istvan Baranya, Hongarije . Een zeer goed resultaat behaald Maurice Mewis dan weer op het WK 1958 in Boedapest. In de Grieks-Romeinse stijl won hij onder andere tegen Eckhard Thorun uit de DDR. Hij worstelde ook tegen de top worstelaar Borivoje Vukov, Boris Gurevich en Dursun Ali Egribas uit Turkije onbeslist. Een nederlaag tegen Sandor Kerekes uit Hongarije zette hem terug op de ondankbare 4e plaats.

Op het WK 1959 in Teheran, vrije stijl, belandde hij op de 9e plaats na nederlagen tegen Luigi Chinazzo, Italië en Ahmet Bilek uit Turkije .

Op de Olympische Spelen in Rome in 1960, als vlieggewicht Grieks-Romeins Stijl kwam hij met een overwinning op Heikki Hakola uit Finland op de 10de plaats.

In 1963 bezet Maurice Mewis bij het wereldkampioenschap Grieks-Romeins worstelen in Helsingborg de 12e plaats. Hij slaagde er slechts in een overwinning te behalen op Josef Kolar uit Tsjecho-Slowakije.

In 1963 bezet Maurice Mewis bij het wereldkampioenschap Grieks-Romeins worstelen in Helsingborg de 12e plaats. Hij slaagde er slechts in een overwinning te behalen op Josef Kolar uit Tsjecho-Slowakije.

In 1963 bezet Maurice Mewis bij het wereldkampioenschap Grieks-Romeins worstelen in Helsingborg de 12e plaats. Hij slaagde er slechts in een overwinning te behalen op Josef Kolar uit Tsjecho-Slowakije.

Vervolgens in 1964 begon hij als 35-jarige voor de vierde keer op de Olympische Spelen. In Tokio wint hij het in de Grieks-Romeinse stijl van Shin Sang-Shik, Zuid-Korea, Burhan Bozkurt, Turkije en Ahmad Khoshoi uit Iran en haalt een 4de plaats. Een medaille miste hij door een nederlaag tegen Tsutomu Hanahara uit Japan.

Aan het einde van zijn carrière kreeg Maurice een bronzen medaille op het EK 1966 in Essen in de Grieks-Romeinse stijl met drie overwinningen en een gelijkspel .

Jef (links) en Maurice (rechts) Mewis