Neolitische vondsten op Sint Anneke
Je bent hier: STARTPAGINA / GESCHIEDENIS / BRONSTIJD
Foto: Schedel van een oeros (ca 2200-1800 ac), gevonden op Sint Anneke
DE PREHISTORIE
3000 jaar geleden woonden er al mensen op Sint Anneke
Het graf van een meisje
Foto: Schedel van een oeros (ca 2200-1800 ac), gevonden op Sint Anneke
In 1903 werden bij de graafwerken voor het funderen van de Sint-Annakerk op het Vlaams Hoofd een tulpbeker en scherven van twee andere ontdekt. Deze ceramiek lag, naar het schijnt, naast overblijfselen van een skelet van een kind, vermoedelijk een meisje van een vijftiental jaren. Het kinnebakken was zeer licht van bouw, de kin slechts matig vooruitstekend. Behalve een steunsel uit gebakken aarde, een mes en een schraper in vuursteen, werden beenderresten van een oeros (bos primigenius), stier, ever en geit bij het skelet gevonden.
Heeft ook de bronzen speld met schijfkop tot dit graf
behoord, dan zou dit bewijzen dat hier de Michelsberger elementen hun bestaan
tot in de Late Bronstijd (Hallstatt B 1200 v.C. tot 500 v.C.) gerekt hebben.
Al de vondsten lagen op het witte schelpzand en onder een dikke turflaag, en zeer vermoedelijk kwamen hier resten van verschillende cultuurperioden gemengd aan het licht.
Zie ook: Urnenveldenkultuur
Bron Imalso.
Het graf bevatte ook een bronzen schijfkopspeld van 11 cm. (item 125) Datering late bronstijd Ha B)
De silexen werden gbruikt als werktuigen omwille van hun hardheid en scherpe randen van de afslagen.
De ganse vondst bevindt zich in het Stedelijk Museum te Sint-Niklaas. Voorlopig zijn ze niet ten toon gesteld. Dit wordt echter wel gepland.
Het onderste kaaksbeen van het meisje is alles wat er is over gebleven van de vondst. Het wordt op dit ogenblik ( juni 2024) onderzocht in de Rijksuniversiteit Gent.
Met dank voor de toelating om foto's te maken van de artefacten door
de Conservator en depotbeheerder
Erfpunt | Onroerend Erfgoeddepot Waasland
Eén van de silexen was een korte schrabber (6.7 cm). De arbeiders aan de kerk gebruiken die om er vuur uit te slaan, waardoor het voorwerp beschadigd werd. Een tweede silex was een klein mesje van 3.7 cm. Beide silexen lagen in de pot.
De vondst moet wetenschappelijk onderzocht worden. er zijn onduidelijkheden over de datering van de artefacten. De haarspeld is van een latere datum.
Bron: Geschiedenis van Burcht en Zwijndrecht deel 1, Dirk Verhelst
Deze tulpbeker werd gevonden bij het graf, samen met 2 andere potten in scherven. Ze waren handgemaakt en gepolijst. Ze vertonen gelijkenis met vondsten in Spiennes (Mons). Afmetingen: 173 mm hoog, 238 mm doormeter.
Dit steunstelletje is ook van keramiek. Waarvoor het diende is niet duidelijk. (item 118). Ook de datering is onduidelijk, en stemt niet overeen met de overige artefacten.
Dat de monding en de benedenloop van de Schelde tegen het einde van de Vroege Bronstijd open stonden voor invloeden uit de streken langs het Kanaal en de Noordzee bewijst een kort bronzen hielzwaard van Nedersaksisch type (type Wohlde) gevonden bij de Scheldeoever in de Melselepolder te Zwijndrecht Een gelijkaardig bronzen rapier, van Iers type, werd eveneens op de rechter Scheldeoever, in de thans verdwenen Appelstraat te Antwerpen opgegraven.